Available Translations
وَالذَّارِيَاتِ ذَرْوً Waz-zaariyaati zarwaa Bij de heftig opjagenden,
Surah Number : 51 , Ayat Number : 1 |
"فَالْحَامِلَاتِ وِقْرًا" Falhaamilaati wiqraa bij de last dragenden,
Surah Number : 51 , Ayat Number : 2 |
"فَالْجَارِيَاتِ يُسْرًا" Faljaariyaati yusraa bij de gemakkelijk voortsnellenden
Surah Number : 51 , Ayat Number : 3 |
"فَالْمُقَسِّمَاتِ أَمْرًا" Falmuqassimaati amraa en bij de bevel verdelenden!
Surah Number : 51 , Ayat Number : 4 |
"إِنَّمَا تُوعَدُونَ لَصَادِقٌ" Innamaa too'adoona la-saadiq Wat jullie is aangezegd is zeker waar
Surah Number : 51 , Ayat Number : 5 |
"وَإِنَّ الدِّينَ لَوَاقِعٌ" Wa innad deena la waaqi' en het oordeel is zeker aanstaande.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 6 |
"وَالسَّمَاءِ ذَاتِ الْحُبُكِ" Wassamaaa'i zaatil hubuk Bij de hemel met zijn banen!
Surah Number : 51 , Ayat Number : 7 |
"إِنَّكُمْ لَفِي قَوْلٍ مُخْتَلِفٍ" Innakum lafee qawlim mukhtalif Jullie zijn het in wat jullie zeggen oneens.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 8 |
"يُؤْفَكُ عَنْهُ مَنْ أُفِكَ" Yu'faku 'anhu man ufik Wie zich laat afleiden wordt van hem afgeleid.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 9 |
"قُتِلَ الْخَرَّاصُونَ" Qutilal kharraasoon Doodvallen kunnen zij die slechts gissen,
Surah Number : 51 , Ayat Number : 10 |
"الَّذِينَ هُمْ فِي غَمْرَةٍ سَاهُونَ" Allazeena hum fee ghamratin saahoon die in een waan blijven.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 11 |
"يَسْأَلُونَ أَيَّانَ يَوْمُ الدِّينِ" Yas'aloona ayyaana yawmud Deen Zij vragen wanneer de oordeelsdag zal zijn.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 12 |
"يَوْمَ هُمْ عَلَى النَّارِ يُفْتَنُونَ" Yawma hum 'alan naari yuftanoon Op de dag dat zij aan de beproeving van het vuur worden blootgesteld.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 13 |
"ذُوقُوا فِتْنَتَكُمْ هَٰذَا الَّذِي كُنْتُمْ بِهِ تَسْتَعْجِلُونَ" Zooqoo fitnatakum haa zal lazee kuntum bihee tas ta'jiloon "Proeft jullie beproeving, dit is het wat jullie wilden verhaasten."
Surah Number : 51 , Ayat Number : 14 |
"إِنَّ الْمُتَّقِينَ فِي جَنَّاتٍ وَعُيُونٍ" Innal muttaqeena fee jannaatinw wa 'uyoon Maar de godvrezenden zullen in tuinen en bij bronnen zijn.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 15 |
"آخِذِينَ مَا آتَاهُمْ رَبُّهُمْ ۚ إِنَّهُمْ كَانُوا قَبْلَ ذَٰلِكَ مُحْسِنِينَ" Aakhizeena maaa aataahum Rabbuhum; innahum kaanoo qabla zaalika muhsineen Zij nemen wat hun Heer hun geeft; zij waren immers voordien mensen die goed deden.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 16 |
"كَانُوا قَلِيلًا مِنَ اللَّيْلِ مَا يَهْجَعُونَ" kaanoo qaleelam minal laili maa yahja'oon 's Nachts sliepen zij slechts weinig
Surah Number : 51 , Ayat Number : 17 |
"وَبِالْأَسْحَارِ هُمْ يَسْتَغْفِرُونَ" Wa bilashaari hum yastaghfiroon en in de morgenschemering vroegen zij om vergeving
Surah Number : 51 , Ayat Number : 18 |
"وَفِي أَمْوَالِهِمْ حَقٌّ لِلسَّائِلِ وَالْمَحْرُومِ" Wa feee amwaalihim haqqul lissaaa'ili walmahroom en een rechtmatig aandeel in hun bezittingen was voor de bedelaar en de onbemiddelde.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 19 |
"وَفِي الْأَرْضِ آيَاتٌ لِلْمُوقِنِينَ" Wa fil ardi aayaatul lilmooqineen Op de aarde zijn er tekenen voor hen die vast overtuigd zijn,
Surah Number : 51 , Ayat Number : 20 |
"وَفِي أَنْفُسِكُمْ ۚ أَفَلَا تُبْصِرُونَ" Wa feee anfusikum; afalaa tubsiroon en in jullie zelf. Hebben jullie dan geen inzicht?
Surah Number : 51 , Ayat Number : 21 |
"وَفِي السَّمَاءِ رِزْقُكُمْ وَمَا تُوعَدُونَ" Wa fissamaaa'i rizqukum wa maa too'adoon En in de hemel is jullie levensonderhoud en wat jullie wordt toegezegd.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 22 |
"فَوَرَبِّ السَّمَاءِ وَالْأَرْضِ إِنَّهُ لَحَقٌّ مِثْلَ مَا أَنَّكُمْ تَنْطِقُونَ" Fawa Rabbis samaaa'i wal ardi innahoo lahaqqum misla maa annakum tantiqoon Bij de Heer van de hemel en de aarde, het is zo waar als dat jullie kunnen spreken.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 23 |
"هَلْ أَتَاكَ حَدِيثُ ضَيْفِ إِبْرَاهِيمَ الْمُكْرَمِينَ" Hal ataaka hadeesu daifi Ibraaheemal mukrameen Is het verhaal van de geëerde gasten van Ibrahiem tot jullie gekomen?
Surah Number : 51 , Ayat Number : 24 |
"إِذْ دَخَلُوا عَلَيْهِ فَقَالُوا سَلَامًا ۖ قَالَ سَلَامٌ قَوْمٌ مُنْكَرُونَ" Iz dakhaloo 'alaihi faqaaloo salaaman qaala salaamun qawmum munkaroon Toen zij bij hem binnengingen en "Vrede" zeiden, zei hij: "Vrede, onbekende mensen."
Surah Number : 51 , Ayat Number : 25 |
"فَرَاغَ إِلَىٰ أَهْلِهِ فَجَاءَ بِعِجْلٍ سَمِينٍ" Faraagha ilaaa ahlihee fajaaa'a bi'ijlin sameen Hij wendde zich toen heimelijk tot zijn huisgenoten en bracht een gemest kalf.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 26 |
"فَقَرَّبَهُ إِلَيْهِمْ قَالَ أَلَا تَأْكُلُونَ" Faqarrabahooo ilaihim qaala alaa taakuloon Dat zette hij hun toen voor. Hij zei: "Willen jullie niet eten?"
Surah Number : 51 , Ayat Number : 27 |
"فَأَوْجَسَ مِنْهُمْ خِيفَةً ۖ قَالُوا لَا تَخَفْ ۖ وَبَشَّرُوهُ بِغُلَامٍ عَلِيمٍ" Fa awjasa minhum khee fatan qaaloo laa takhaf wa bashsharoohu bighulaamin 'aleem Toen werd hij door vrees voor hen bevangen. Zij zeiden: "Wees niet bang" en verkondigden hem het goede nieuws van een verstandige jongen.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 28 |
"فَأَقْبَلَتِ امْرَأَتُهُ فِي صَرَّةٍ فَصَكَّتْ وَجْهَهَا وَقَالَتْ عَجُوزٌ عَقِيمٌ" Fa aqbalatim ra-atuhoo fee sarratin fasakkat wajhahaa wa qaalat 'ajoozun 'aqeem Toen kwam zijn vrouw er schreeuwend aan. Zij sloeg zich in het gezicht en zei: "Een onvruchtbare oude vrouw!"
Surah Number : 51 , Ayat Number : 29 |
"قَالُوا كَذَٰلِكِ قَالَ رَبُّكِ ۖ إِنَّهُ هُوَ الْحَكِيمُ الْعَلِيمُ" Qaaloo kazaaliki qaala Rabbuki innahoo huwal hakeemul 'aleem (End Juz 26) Zij zeiden: "Zo heeft jouw Heer het gezegd. Hij is de wijze, de wetende." *
Surah Number : 51 , Ayat Number : 30 |
"۞ قَالَ فَمَا خَطْبُكُمْ أَيُّهَا الْمُرْسَلُونَ" Qaala famaa khatbukum ayyuhal mursaloon Hij zei: "Waar komen jullie voor, o gezondenen?"
Surah Number : 51 , Ayat Number : 31 |
"قَالُوا إِنَّا أُرْسِلْنَا إِلَىٰ قَوْمٍ مُجْرِمِينَ" Qaalooo innaaa ursilnaaa ilaa qawmim mujrimeen Zij zeiden: "Wij zijn gezonden naar misdadige mensen
Surah Number : 51 , Ayat Number : 32 |
"لِنُرْسِلَ عَلَيْهِمْ حِجَارَةً مِنْ طِينٍ" Linursila 'alaihim hijaa ratam min teen om op hen stenen van klei neer te zenden,
Surah Number : 51 , Ayat Number : 33 |
"مُسَوَّمَةً عِنْدَ رَبِّكَ لِلْمُسْرِفِينَ" Musawwamatan 'inda rabbika lilmusrifeen die bij jouw Heer gemerkt zijn voor de onmatigen."
Surah Number : 51 , Ayat Number : 34 |
"فَأَخْرَجْنَا مَنْ كَانَ فِيهَا مِنَ الْمُؤْمِنِينَ" Fa akhrajnaa man kaana feehaa minal mu'mineen En Wij lieten hen die daar tot de gelovigen behoorden eruit gaan,
Surah Number : 51 , Ayat Number : 35 |
"فَمَا وَجَدْنَا فِيهَا غَيْرَ بَيْتٍ مِنَ الْمُسْلِمِينَ" Famaa wajadnaa feehaa ghaira baitim minal muslimeen maar Wij vonden er slechts één huis van hen die zich [aan God] overgaven.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 36 |
"وَتَرَكْنَا فِيهَا آيَةً لِلَّذِينَ يَخَافُونَ الْعَذَابَ الْأَلِيمَ" Wa taraknaa feehaaa aayatal lillazeena yakhaafoonal 'azaabal aleem En Wij lieten daarin een teken achter voor hen die de pijnlijke bestraffing vrezen.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 37 |
"وَفِي مُوسَىٰ إِذْ أَرْسَلْنَاهُ إِلَىٰ فِرْعَوْنَ بِسُلْطَانٍ مُبِينٍ" Wa fee Moosaaa iz arsalnaahu ilaa Fir'awna bisultaa nim mubeen Ook in [het verhaal van] Moesa, toen Wij hem met een duidelijke machtiging naar Fir'aun zonden.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 38 |
"فَتَوَلَّىٰ بِرُكْنِهِ وَقَالَ سَاحِرٌ أَوْ مَجْنُونٌ" Fatawalla biruknihee wa qaala saahirun aw majnoon Die keerde zich toen met zijn garde af en zei: "Een tovenaar of een bezetene."
Surah Number : 51 , Ayat Number : 39 |
"فَأَخَذْنَاهُ وَجُنُودَهُ فَنَبَذْنَاهُمْ فِي الْيَمِّ وَهُوَ مُلِيمٌ" Fa akhaznaahu wa junoo dahoo fanabaznaahum fil yammi wa huwa muleem En Wij grepen hem en zijn troepen en wierpen hen in de zee; laakbaar was hij.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 40 |
"وَفِي عَادٍ إِذْ أَرْسَلْنَا عَلَيْهِمُ الرِّيحَ الْعَقِيمَ" Wa fee 'Aadin iz arsalnaa 'alaihimur reehal'aqeem Ook in [het verhaal van] de 'Aad, toen Wij de barre wind tegen hen zonden,
Surah Number : 51 , Ayat Number : 41 |
"مَا تَذَرُ مِنْ شَيْءٍ أَتَتْ عَلَيْهِ إِلَّا جَعَلَتْهُ كَالرَّمِيمِ" Maa tazaru min shai'in atat 'alaihi illaa ja'alat hu karrameem die waar hij overheen ging niets overliet, maar het als gruis maakte.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 42 |
"وَفِي ثَمُودَ إِذْ قِيلَ لَهُمْ تَمَتَّعُوا حَتَّىٰ حِينٍ" Wa fee Samooda iz qeela lahum tamatta''oo hattaa heen Ook in [het verhaal van] de Thamoed, toen Wij tot hen zeiden: "Jullie kunnen nog een tijd genieten."
Surah Number : 51 , Ayat Number : 43 |
"فَعَتَوْا عَنْ أَمْرِ رَبِّهِمْ فَأَخَذَتْهُمُ الصَّاعِقَةُ وَهُمْ يَنْظُرُونَ" Fa'ataw 'an amri Rabbihim fa akhazal humus saa'iqatu wa hum yanzuroon Maar zij minachtten het bevel van hun Heer en toen greep de donderslag hen, terwijl zij keken.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 44 |
"فَمَا اسْتَطَاعُوا مِنْ قِيَامٍ وَمَا كَانُوا مُنْتَصِرِينَ" Famas tataa'oo min qiyaaminw wa maa kaanoo muntasireen Toen konden zij niet meer opstaan en konden niet meer geholpen worden.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 45 |
"وَقَوْمَ نُوحٍ مِنْ قَبْلُ ۖ إِنَّهُمْ كَانُوا قَوْمًا فَاسِقِينَ" Wa qawma Noohim min qablu innahum kaano qawman faasiqeen Ook het volk van Noeh, vroeger al; dat waren verdorven mensen.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 46 |
"وَالسَّمَاءَ بَنَيْنَاهَا بِأَيْدٍ وَإِنَّا لَمُوسِعُونَ" Wassamaaa'a banainaa haa bi aydinw wa innaa lamoosi'oon De hemel hebben Wij duurzaam gebouwd; Wij hebben het vermogen.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 47 |
"وَالْأَرْضَ فَرَشْنَاهَا فَنِعْمَ الْمَاهِدُونَ" Wal arda farashnaahaa fani'mal maahidoon En de aarde hebben Wij uitgespreid; een voortreffelijke plaatsbereider zijn Wij.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 48 |
"وَمِنْ كُلِّ شَيْءٍ خَلَقْنَا زَوْجَيْنِ لَعَلَّكُمْ تَذَكَّرُونَ" Wa min kulli shai'in khalaqnaa zawjaini la'allakum tazakkaroon En alles hebben Wij paarsgewijs geschapen; misschien zullen jullie je laten vermanen.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 49 |
"فَفِرُّوا إِلَى اللَّهِ ۖ إِنِّي لَكُمْ مِنْهُ نَذِيرٌ مُبِينٌ" Fafirrooo ilal laahi innee lakum minhu nazeerum mubeen Vlucht dan tot God; ik ben voor jullie een duidelijke waarschuwer van Zijn kant.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 50 |
"وَلَا تَجْعَلُوا مَعَ اللَّهِ إِلَٰهًا آخَرَ ۖ إِنِّي لَكُمْ مِنْهُ نَذِيرٌ مُبِينٌ" Wa laa taj'aloo ma'al laahi ilaahan aakhara innee lakum minhu nazeerum mubeen En stelt naast God geen andere god; ik ben voor jullie een duidelijke waarschuwer van Zijn kant.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 51 |
"كَذَٰلِكَ مَا أَتَى الَّذِينَ مِنْ قَبْلِهِمْ مِنْ رَسُولٍ إِلَّا قَالُوا سَاحِرٌ أَوْ مَجْنُونٌ" Kazaalika maaa atal lazeena min qablihim mir Rasoolin illaa qaaloo saahirun aw majnoon Zo is er ook tot hen die er voor hun tijd waren geen gezant gekomen zonder dat zij zeiden: "Een tovenaar of een bezetene."
Surah Number : 51 , Ayat Number : 52 |
"أَتَوَاصَوْا بِهِ ۚ بَلْ هُمْ قَوْمٌ طَاغُونَ" Atawaasaw bih; bal hum qawmun taaghoon Hebben zij het soms aan elkaar opgedragen? Welnee, zij zijn onbeschaamde mensen.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 53 |
"فَتَوَلَّ عَنْهُمْ فَمَا أَنْتَ بِمَلُومٍ" Fatawalla 'anhum famaaa anta bimaloom Keer je dus van hen af; jou treft dan geen blaam.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 54 |
"وَذَكِّرْ فَإِنَّ الذِّكْرَىٰ تَنْفَعُ الْمُؤْمِنِينَ" Wa zakkir fa innaz zikraa tanfa'ul mu'mineen En vermaan, want de vermaning is nuttig voor de gelovigen.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 55 |
"وَمَا خَلَقْتُ الْجِنَّ وَالْإِنْسَ إِلَّا لِيَعْبُدُونِ" Wa maa khalaqtul jinna wal insa illaa liya'budoon Ik heb de mensen en de djinn slechts geschapen om Mij te dienen.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 56 |
"مَا أُرِيدُ مِنْهُمْ مِنْ رِزْقٍ وَمَا أُرِيدُ أَنْ يُطْعِمُونِ" Maaa ureedu minhum mir rizqinw wa maaa ureedu anyyut'imoon Ik wens door hen niet van levensonderhoud te worden voorzien en Ik wens niet dat zij mij voeden.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 57 |
"إِنَّ اللَّهَ هُوَ الرَّزَّاقُ ذُو الْقُوَّةِ الْمَتِينُ" Innal laaha Huwar Razzaaqu Zul Quwwatil Mateen God is de voorziener die sterke kracht heeft.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 58 |
"فَإِنَّ لِلَّذِينَ ظَلَمُوا ذَنُوبًا مِثْلَ ذَنُوبِ أَصْحَابِهِمْ فَلَا يَسْتَعْجِلُونِ" Fa inna lillazeena zalamoo zanoobam misla zanoobi ashaabihim falaa yasta'jiloon Maar voor hen die onrecht plegen is er een portie die even groot is als de portie van hun metgezellen. Zij moeten Mij dan maar niet vragen het te verhaasten.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 59 |
"فَوَيْلٌ لِلَّذِينَ كَفَرُوا مِنْ يَوْمِهِمُ الَّذِي يُوعَدُونَ" Fawailul lillazeena kafaroo miny yawmihimul lazee yoo'adoon En wee hen die ongelovig zijn wegens hun dag die hun is aangezegd.
Surah Number : 51 , Ayat Number : 60 |
Surah Arabic Ayat , Audio and Translations |
---|
Listen Surah Adh-Dhariyat